De vaste beugels waar de orthodontist gebruik van maakt oefenen kleine krachten op de tanden en kiezen uit waardoor deze kunnen worden bewogen en fraai in de rij worden gezet. Soms wil de orthodontist gebruik maken van minischroeven. Dankzij deze schroeven, die in het kaakbot worden geplaatst, kan de orthodontist met de vaste beugel krachten uitoefenen die anders niet goed mogelijk zouden zijn (skelettale verankering). Dit komt de orthodontische behandeling ten goede.

Skelettale verankering kan worden uitgevoerd met behulp van minischroeven of botankers die in het kaakbot worden geplaatst. In veel gevallen kiest men voor minischroeven omdat die eenvoudiger en op meer verschillende plaatsen in de mond aan te brengen zijn.

In bepaalde gevallen zijn botankers aangewezen. Die zijn steviger met het kaakbot verbonden, maar kunnen op minder plaatsen in de mond worden aangebracht. Een botanker is een klein metalen (titanium) plaatje dat met twee of drie schroeven op de onder- of bovenkaak wordt bevestigd. Het uiteinde van het botanker steekt uit in de mond en wordt door de orthodontist gebruikt om met de draad van de beugel of met elastiekjes krachten uitoefenen. Beide hebben dus hun specifieke voor- en nadelen. Sommige orthodontisten plaatsen minischroeven zelf. Andere verwijzen u daarvoor naar de kaakchirurg. Het plaatsen van een of meer minischroeven is eenvoudig en is een zeer kleine ingreep.

Voor het plaatsen van een of meerdere botankers verwijst de orthodontist u naar de kaakchirurg.